Schoolgebouwen in Overtoomsesluis (2)

(Lees ook column 6, = deel 1 over de schoolgebouwen)

 

Door twee stadsdorpers die nog veel langer dan ik in deze buurt wonen werd ik er op gewezen: ben ik toch nog een schoolgebouw vergeten, de Julianaschool in de Brederodestraat 108. Terwijl ik het gebouw wel degelijk ken. Lang geleden had ik een vergadering in een zaaltje op de 2e verdieping. Later op de avond toen we naar huis wilden gaan, bleek dat de beheerder ons had opgesloten. We konden er niet uit. Gelukkig had iemand zoiets als een mobiel wat toen heel modern was en kon de politie bellen. Daarna duurde het toch nog  tot diep in de nacht voordat de beheerder gevonden en opgetrommeld was en ons kon bevrijden.

Prinses Julianaschool, Brederodestraat 108

Ook dit is weer een mooi opgeknapt gebouw met de karakteristieke schoolgevel met hoge ramen. De gevel is wel erg sober, met als enig ornament een balkonnetje met zware stenen steunen met stenen bollen er op en waartussen het balkonhek hangt. Verder is het allemaal erg recht toe recht aan. In het gebouw is o.a. van de gemeente het Ouder- en Kindcentrum gevestigd. De in de vorige aflevering genoemde en getoonde scholen uit de Helmersstraat zijn van dezelfde jaargang en ogen beslist frivoler met meer tierelantijntjes in de gevel. Een andere architect, een ander bestuur als opdrachtgever? Ik weet het niet.

Ik heb nog een andere leuke aanvulling op mijn scholenverhaal. Ans M., een hier geboren en getogen stadsdorper, vertelde me meer over het eerder genoemde St Christina Gesticht, Kanaalstraat 102. Onder leiding van een zogenaamde bouwpastoor werd deze school samen met de Vincentiuskerk (voorheen op de hoek Jacob van Lennepkade en Staringstraat) kort na 1900 gebouwd. Vanuit de achteruitgang van de school kon je rechtstreeks naar de kerk oversteken. De school heette overigens naar de moeder van de bouwpastoor.

Tegelijk met het voltooien van de kerk kwamen vijf religieuzen naar Amsterdam vanuit het moederhuis van de orde J.M.J. (Jezus, Maria, Jozef) uit Den Bosch. De meisjesschool, genoemd naar de moeder van de bouwpastoor, werd in 1902 in gebruik genomen. Ik heb hieronder een foto van de school nog een keer geplaatst. Tot 1906 bewoonden de zusters de bovenverdieping van de school. Daarna verhuisden ze naar Kanaalstraat 98, zie de tweede foto hierna, waar ze een klooster hadden. Op Kanaalstraat 100 was de Fröbelschool waar Ans in 1947 op vierjarige leeftijd naar toe ging. Ze weet niet waarom de St Christina een gesticht heette, want het was een gewone meisjesschool waar ze ook zelf op gezeten heeft.

Diezelfde bouwpastoor bouwde iets later verderop in de Kanaalstraat 149/151 een jongensschool, waarvan ik nu dankzij Ans de naam weet: Corneliusschool, genoemd naar de vader van die bouwpastoor. In de vorige aflevering had ik hier een foto van: de school met het heiligenbeeld in de gevel.

Op de lagere school waren toen vlak na de oorlog klassen van 45 à 50 heel gewoon. Omdat er geen ruimte was voor uitbreiding diende de school in de Saxenburgerdwarsstraat als dependance voor de St Christinaschool. De genoemde scholen bestaan alleen nog als gebouw. Kanaalstraat 100 en 102 zijn achter de oude gevel helemaal gesloopt en opgebouwd tot woonhuizen.

 

St Christinagesticht, Kanaalstraat




Kanaalstraat 98/100

 

Tot slot van dit tweede verhaal over de schoolgebouwen in Overtoomsesluis waarin persoonlijke herinneringen aan schoolgebouwen meer centraal staan, kom ik terug op de school in de Helmersstraat. Daar is het stembureau waar ik altijd ga stemmen. Een keer heb ik daar ook stemmen geteld. Daar moet je niet gering over denken. Allereerst ben je na sluiten van het stembureau om half negen, met de stembureauleden alleen al meer dan een uur bezig alle formulieren uit te vouwen en, nog ongesorteerd, op stapels te leggen. In de verschillende stembureaus waar ik in de loop der jaren geteld heb, eigenlijk allemaal schoolgebouwen, heb je meestal niet genoeg tafels en moet je stembiljetten op stapels sorteren op de grond. Je moet buigen of door de knieën. Op een gegeven moment ga je maar op de grond zitten. Ook binnenkort ben ik weer lid van een stembureau,  niet in de Helmersstraat. Het is al duidelijk dat het stembiljet extra groot zal zijn. ’s Nachts om een uur of twaalf als ik uitgeteld ben en voor de tv de eerste prognoses van de uitslag van de verkiezingen tot mij neem, zal ik mijn schouderspieren van al dat openvouwen en tellen weer voelen.

 

Gijs Kalsbeek