De nasleep van een brand in de Helmersstraat (2)

Dag 2

Zaterdagochtend 12 oktober liep mijn ondertussen vertrouwde loopje naar de brandpanden. Er stond een schutting, die hadden ze gisteravond ook nog geplaatst. Het zag er allemaal desolaat uit. Dat het dak van de buurpanden is beschadigd, valt nu goed te zien. Daar gaat de regen dwars doorheen.

Een dag na de brand staat er opeens een schutting. Het dak van het linkerpand is zwaar beschadigd.

De lamp (linksboven) van de straatverlichting is naar beneden gekomen. Middenonder het muuranker waar de draad aan bevestigd zat, met een stuk muur waar het aan vast zat.

Dag 5

Maandag was er weer actie. Een afvalcontainer van de bouwondernemer werd weg getild van de bouwplaats. Omdat daarna het puin van de weggeknipte steigers van de stoep werd opgeruimd en omdat de blauwe container aan de overkant van de straat bleef staan, vermoed ik dat dit allemaal nog gebeurde in opdracht van de gemeente en dat de oorspronkelijke aannemer van de renovatie (van wie die blauwe container vermoedelijk is) hier niets over te zeggen had. Er liepen allemaal mannen in een net pak rond met notitieblokken in aanslag. Vertegenwoordigers van de verschillende verzekeraars? Ik zie in gedachten voor me een stoet aan belanghebbenden: de bewoners en de eigenaren van de buurpanden, de eigenaar van de afgebrande panden en de aannemer van de verbouwing wiens spullen verloren zijn gegaan en van wie de steiger is weggeknipt. Bij het 2e buurpand links was blijkbaar door de brandweer de deur ingeramd en later een plaat er in gezet. Die werd nu door een werkman opengeschroefd (zie foto) met een schare aan belanghebbenden, waaronder zo’n man met notitieblok. Ik had al gehoord dat dit pand net verkocht was en nog leeg stond. Ellende voor de nieuwe eigenaren en ellende voor de bewoners van de andere buurpanden die midden in de nacht hun huis uit moesten en voorlopig niet terug kunnen keren. Ook hier zie ik in gedachten een stoet voor me, nu van juristen en verzekeraars die er een leuke, goed betaalde klus aan hebben om uit te vechten wie waarvoor verantwoordelijk is. Het is duidelijk dat het om veel geld gaat.


Een afvalcontainer wordt van de werkplaats weg getild.


Het op de stoep liggende puin van de brand en van de weggeknipte steigers wordt weggeschept.

Een ploeg van de brandweer komt rustig aanlopen. De bevelvoerder van die nacht van de brand is er ook bij. Ja, ze komen even kijken en een praatje met de werklieden maken. Er is ook uit de bouwresten wat materiaal van de brandweer vrijgekomen. Ik spreek met de bevelvoerder, een lange, magere man, die zeer rustig overkomt en bedachtzaam praat. Zo’n grote brand maken ze niet vaak mee, vertelt hij. De helikopter die die nacht boven de brand hing had warmtesensoren, zo konden ze in de centrale meekijken of er geen daken in de buurt in brand vlogen. Meer dan de buurpanden nat houden konden ze eigenlijk niet doen. Het dak was toch in brand gevlogen, dus daar kon het bluswater zo binnen lopen.


De plaat die een ingebeukte deur voor een van de buurpanden verving wordt opengeschroefd.


Foto door een kier van de schutting: bij het rechter afgebrande pand wordt puin geruimd en met een kruiwagen in een container gereden.

Verhuizing uit een beschadigde woning

Dag 6

Op de foto van rechts kwam de nacht van de brand een stevige wind. Het tweede pand rechts van de brand ziet er niet al te erg beschadigd uit. Maar de bewoners verhuizen toch maar met hun spullen. Tijdelijk? Ik hoor van een bewoonster dat van de twee panden aan de linkerkant en van de twee aan de rechterkant alle woningen onbewoonbaar zijn door water- en rookschade. Alleen de begane grondwoning van het tweede pand rechts is met slechts lichte schade nog bewoonbaar.


Er is een extra, houten schutting verschenen.


Foto door een kier in de buitenste schutting: ik zie nog de afvalcontainer.

Dag 13

Een houten schutting sluit de bouwval nu helemaal af. Wat was de zin om dat op begane grond puin te ruimen? Werd het daar binnen te gevaarlijk en zijn ze daarom gestopt? De nasleep van de brand blijft een proces met een ondoorgrondelijke logica. Later verdwijnt ook de rode container met puin.

Dag 25

Na een periode van rust op straat en ongetwijfeld van drukte achter vergader- en tekentafels, zie ik op de voordeuren van de eerste panden direct links en rechts van de brandpanden de verklaring opgeplakt dat ze gesloten zijn vanwege instortingsgevaar. Dat is weer een andere categorie dan onbewoonbaar. Ik vrees dat daar in huis alles nog staat zoals de bewoners het midden in de nacht hebben achter moeten laten toen ze hun huis uit vluchtten. Het tweede pand links heeft een nieuwe tijdelijke voordeur gekregen. Er gebeurt ook groter werk. De kraanwagen is weer in stelling gebracht en blijft daar voorlopig staan. Met een bakje worden werklui opgetild om de buurpanden te stutten. Een instabiel gedeelte van de zijmuur van het linkerpand wordt afgebroken, zo vertelt een van de werklui. Ook dit is alleen nog maar beredderen, want als de restanten van de afgebrande panden gesloopt gaan worden en al helemaal als nieuwbouw gaat plaatsvinden, moeten die stutten weer weg.

 
Op de eerste buurpanden links en rechts op de voordeur.


Een nieuwe maar tijdelijke voordeur

 
De kraanwagen blijft twee weken staan.

 

’s Nachts wordt de kraanwagen slechts gedeeltelijk teruggevouwen.

 

 

 

 

In een tijdelijke openlucht werkplaats worden zware balken samengesteld.

 

De balken worden aan de muur vastgezet.

 

 

Het instabiele gedeelte van de zijmuur is afgebroken.

 

 

 

 

 

De stutcontructie is klaar

 

 

Als laatste wordt nog een nieuwe (tijdelijke?) dakcontructie geplaatst.

 

 

De buurpanden zijn met dekzeilen waterdicht afgedekt.

 

Dag 42

De kraanwagen is weer weg. De panden zijn gestut en weer waterdicht gemaakt met dekzeilen. De plakkaten met instortingsgevaar hangen nog steeds op de eerste buurpanden links en rechts. Een paar dagen later zie ik dat bij het rechterpand dit plakkaat is verdwenen, bij het linker nog niet.

 

Dan gebeurt er weken weer niets – althans niet als ik er ga kijken.

 

Gijs Kalsbeek