Gijs gaat vreemd, een revolutie-1

Op het snijpunt van Kinkerstraat en Creativiteit – twee grootheden die niet meer lijken te delen dan een lichte alliteratie– trof ik Fietsparkeren. Hoe kwam dat zo? Na jaren van columns over de onvolprezen architectonische frutsels en fratsels van onze eigen buurt, verliet ik de veilige omhulling van ons Stadsdorp en toog naar de grote stad. Daar, gelijk al op de Kinkerstraat zag ik een revolutie aan de gang waarvan ik vermoed dat die u is ontgaan. Het is een revolutie met kleine ” r” want anders had u er per definitie niet langs heen kunnen kijken. Deze kleine revolutie ging ik fotograferen.

 

 

Ziet u hem op de foto’s hierboven? De wandelpromenade Tollensstraat, zijstraat van de Kinkerstraat, waar niet eens fietsgeparkeerd wordt, waar fietsbezitters met de fiets aan de hand naar de fietsparkeerkelder lopen, waar mensen met kinderen rustig zitten te praten op een bankje en zelfs een paar fietsers staan te keuvelen zonder dat ze moeten uitwijken voor rinkelende fietsbellen – bromfietsen met hun piepende toetertjes zijn erg, maar Amsterdamse fietsers kunnen er ook wat van met het opeisen van ruimte.

Uw oplettende chroniqueur heeft gezien dat hier een Masterplan achter moet zitten. Toen de renovatie van deze straat gereed kwam heeft het Stadsdeel vanaf het begin met extra veel borden met grote letters bewoners naar hun eigen fietskelders verwezen en bezoekers van de Hallen naar de fietsparkeerkelder daaronder. Daarna volgde een taaie handhavingsstrijd met stadswachten en op een gegeven moment zelfs met bekeurende dienders. En het werkt. De sfeer is zodanig relaxt dat ik geen fietser zijn drang zag volgen om elke mogelijke meter ook daadwerkelijk te fietsen.

 

Voor u denkt naar een fietshater te luisteren, of misschien zelfs een verstokte automobilist, ik fiets en wandel veel en als het te ver is gebruik ik het OV. Wat erg hielp om van de Tollensstraat een promenade te maken is de aanwezigheid van de fietsparkeerkelder. Als je in de Passage bij de bibliotheek met je fiets naar beneden wil gaan, moet je slalommen rond hekjes. In dit geval harde maatregelen om fietsers af te laten stappen en om te voorkomen dat ze asociaal hard naar beneden racen waar ook voetgangers lopen. Wat ik wel weer lastig te verteren vond was dat aan de achterkant van de parkeergarage auto’s een brede toegang hebben en wel luuks naar beneden kunnen zoeven. Bovendien, zie de eerste foto, was voor de fietsers aanvankelijk maar een klein stukje gereserveerd, tot de paaltjes op de eerste foto achterin. Toen kwam de omslag, deel van de revolutie waar ik op doel. Handhaven in de Tollensstraat ging gepaard met meer ruimte voor fietsen in de kelder, en dus, en daar zit het meest revolutionaire, minder ruimte voor de auto. Er kwam een groene loper en achterin loop je over nog meer groene loper door naar een echt grote parkeerruimte, zie tweede foto. En je kan nu ook met de fiets via de autohelling binnen komen zoeven.

Zo ziet u, vreemdgaan buiten je eigen buurt en je begeven in stadse sferen zelfs als dat alleen nog maar de Kinkerstraat is, zorgt voor een enorme creativiteit, het gevoel dat je leeft, dat de revolutie zich onder je ogen voltrekt.

Gijs Kalsbeek