Brug de Overtoomse Sluis.

De toegang van buiten naar ons Stadsdorp OvertoomseSluis is de brug genaamd Overoomse Sluis, tussen Surinameplein en de Overtoom. De afdeling statistiek van de gemeente noemt onze buurt Overtoomse Sluis, de naam die ik aan het Stadsdorp heb gegeven. Er was ook een tramhalte met die naam. Het gebied rond de brug over de Kostverlorenvaart is met overtoom en sluis door eeuwen historie omgeven.

Twee voormalige stadsdelen, Oud-West en de Baarsjes, zijn door de brug verbonden. De architectuur maakt een sprong van veelal particuliere woningen met pand voor pand een andere architect aan de Overtoom naar de veelal grote complexen van de woningbouwvereniging in de Baarsjes. Van begin 20e eeuw in Oud-West naar iets latere maar heel anderssoortige bouw richting Surinameplein.

Bij een overtoom werden schuiten over een dijk getrokken van de ene vaart en waterpeil naar de andere. Vroeger lag nabij de brug ook een overtoom, bekend uit het kinderliedje Varen we over de Overtoom. Op de brug herinneren beelden gemaakt door Hildo Krop aan deze tijd.


  Brug vanaf de Derde Kostverlorenkade richting het zuiden.



  Je ziet het rad waaraan een arbeider draait om met een ketting een schip omhoog uit het water te trekken. Het andere beeld laat een bouwvakker aan het werk zien; mogelijk staat dat beeld voor de stadsuitbreiding aan de buitenzijde van de brug.






  Brug vanaf Amstelveenseweg naar het noorden.
Links ligt een platbodem met werkmateriaal. Twee werklui stappen net door een geopende deur naar binnen onder het bruggenhoofd, waar de machinekamer is om de brug te openen. Aan weerszijden van de brug de genoemde beeldhouwwerken.
Toen ik op de brug liep voelde ik hem trillen van de tram die er net overheen bonkte. Wat een power heeft zo’n brug om uur na uur, dag na dag het geweld van trams en, ik noem maar iets zwaars, betonwagens te doorstaan.



  Vanaf de Overtoom.
Omdat er een hek als midden scheiding over de brug loopt, kunnen fietsers van de Baarsjesweg richting Overtoom niet oversteken en rijden tegen de richting in over het voetpad of fietspad – je ziet rechts net zo’n fietser aankomen. De brug is te smal voor een fietspad met twee banen en een voetpad. Dus tijdens het spitsuur, of buiten die tijd als de brug na open te hebben gestaan net weer dicht is, is het een gefriemel van een kluwen aan fietsers, bromfietsers en voetgangers in alle richtingen door elkaar heen. Met stoïcijnse blik en vertraagd tempo ondergaat ieder die de brug oversteekt het gedoe en de stank van langzaam rijdende bromfietsers, maar het werkt. De gemeente laat het heel verstandig maar zo, zelfs zonder poging het verkeer te reguleren – het zou toch niets toevoegen aan de door de verkeersdeelnemers zelf gevonden oplossing om omrijden te vermijden.



  Rechts op de foto’s het voormalige brugwachtershuisje. Van langer geleden kan ik de brugwachter nog herinneren. Daarna was er een brugwachter die met de boten aantal bruggen meefietste en bediende. Nu worden de bruggen helemaal op afstand bestuurd en wordt het huisje als kamer van een hotel geëxploiteerd. Daar was onder sommige buurtgenoten verzet tegen, maar ik vind het een mooi idee om zo dat beeldbepalende huisje door het een functie te geven met particulier kapitaal tegen verloedering te beschermen.


Daar weer rechts naast staat, op de foto nog dicht, al jaren de haringkraam. Ik heb niets met haring, maar mijn dochter ging er tot mijn verrassing wel een haring naar binnen laten glijden.


  Gravure van Frisius, ca 1611, Rijksprentenkabinet

Tot slot zie je op de gravure een schip dat over een overtoom getrokken wordt. Achteraan ligt nog een overtoom, met rad om schepen te trekken. Wat er meer te zien is op deze prent, waarom de voorste overtoom geen rad heeft, waar de huidige straat de Overtoom ligt en meer over de wonderbaarlijke geschiedenis van dit gebied rond de Overtoomse Sluis, is voer voor de volgende nieuwsbrief.

Gijs Kalsbeek