Kunst in de openbare ruimte

Lopend door de stad zie je nog eens wat, zoals dit gedicht boven de Christoffel Plantijngracht. Ik was onder een lekker zonnetje op weg over de Pieter Calandlaan naar de sporthal Caland voor mijn eerste Corona-prik en werd verrast door die aandachtrekkende blauwe metalen plaat met tekst. Ik was zo in mijn nopjes door dit blijk van taalgevoel dat ik de tekst herkauwend mompelend verder liep. Tegen welke taalregels zondigt de auteur en welke volgt hij wel zodat je toch direct snapt wat de boodschap is, hoewel ik die niet eens zo makkelijk onder woorden zou kunnen brengen. Kortom, ik geef hier en passant een definitie van Kunst. Een grote vogel had er schijt aan, dieren doen niet aan kunst.

Pas toen ik de tweede prik ging halen en er weer langs kwam lopen kreeg ik de gedachte om er een foto van te maken. En uiteindelijk nu ik er over schrijf merk ik dat niet alleen de tekst intrigerend is maar ook de ondergrond. Het oogt als snel neer gespoten graffiti, maar het lijkt alsof de blauwe plaat speciaal voor deze tekst gemaakt. Hij zit vandalismebestendig en mooi gelast vast aan de in dezelfde kleur geverfde metalen leuning van de brug.

Aan de overkant van de weg zit een zelfde soort plaat met een toelichting op de natuurontwikkeling langs het water, waardoor ik weet dat dit de Christoffel Plantijngracht is met aan weerszijden het Christoffel Plantijnpark. Al lopend naar de priklocatie ontdek je het Amsterdam buiten je eigen bubbel.

Gijs Kalsbeek