Vandaag zijn er verkiezingen, het feest van de democratie. Hoewel ik mezelf als democraat zie gaan deze dagen ook altijd gepaard met stress. Ik kan namelijk moeilijk kiezen, altijd al moeilijk voor mij geweest. Zo’n week van te voren begint het. De eerste verkiezingsposters kan ik nog wel negeren, maar zodra het mediageweld op radio en t.v. uitbreekt ben ik als was in handen van campagneleiders en mannetjes makers. Verder heb ik altijd een zwak gehad voor “verliezers”. Dreigt een partij flink te verliezen, dan gaat mijn hart daar al snel naar uit. Ook ben ik loyaal, heb ik ooit op een partij gestemd dan voelt het al snel als verraad wanneer ik overstap, wil geen opportunist zijn. Verder wil ik ook nog partijen belonen die het m.i goed hebben gedaan, ook landelijk. Daarnaast heb ik mijn idealen, welke partij vertegenwoordigt die nog het beste?
Kortom toen ik vanmorgen als eerste het stemlokaal binnenstapte was dat niet om het bal van de democratie te openen, maar ook om mezelf te bevrijden van de lichte hoofdpijn waar ik al een paar dagen mee rondliep. Bij de ingang van het stemlokaal stond een schaal met snoepjes. Grote hartjes, ik vermoed om de aarzelende kiezer een hart onder de riem te steken. De ontvangst was vriendelijk, zoals ik al zei was ik een van de eersten en het comité zat er fris bij.
“ Identiteitsbewijs?”
“Vergeten” zeg ik en maak rechtsomkeer.
Thuis twijfel ik nog even of ik wel terug zal gaan. Ik ga toch maar weer op pad. Op het stembureau zijn de snoepjes op. Zonder zoethoudertje ga ik het stemhokje en ben verbaast waar de punt van het rode potlood terechtkomt. Iets in mij had blijkbaal al beslist, alleen ik wist het nog niet.
Was daar nu al die stress voor nodig? En voor de zoveelste keer neem ik me voor dat dit de laatst keer is dat ik me hier druk over zal maken. Maar misschien is het wel een hele kleine prijs voor de democratie. Keuzestress je zou het iedereen gunnen.