Muizenissen.

“ Zijn er nog steeds muizen?"



Ik heb het logeerbed in de huiskamer opgemaakt en het dekbed uitnodigend
opengeslagen. De vriendin die blijft slapen is zeker niet bang aangelegd,
maar tijdens de vorige logeerpartij had het trippelen van de muizen op het
laminaat haar wakker gehouden. Voor haar komst had ik al een intensieve
jacht geopend en het dagelijks gemiddelde stond op één. Het viel me al op
dat de beestjes steeds kleiner werden, het succes van de val lijkt de oudere
muizen af te schrikken. Niet lang daarvoor was er een klein onervaren muisje
met zijn pootje in de val gelopen en had deze in paniek de keuken door
gesleept. Ook de kleine bolle kraaloogjes en het druppeltje bloed in de
pluizige ronde oortjes van de gesneuvelden werken steeds meer op mijn
gemoed. En omdat ik de kleine keuteltjes die als kleine hagelslag korreltjes
verspreid onder de meubels en op het gasfornuis liggen verafschuw, en ook
zeer gesteld ben op mijn vriendin, zit ik nu in een dilemma. De strijd met de
muizen ga ik nooit winnen. Toch wil ik er paal en perk aan stellen.
Terwijl ik dit stukje schrijf loopt er weer zo’n dapper onschuldig monstertje
door mijn kamer. Het is er een van het aller kleinste soort, het kijkt me
nieuwsgierig aan, en gaat dan onverstoorbaar door met het wassen van zijn
voorpootjes. Wanneer ik ernaar toe loop blijft het diertje in zijn bezigheden
verdiept. Het heeft duidelijk nog geen kennis gemaakt met de kwade kant
van de mens. Ze kijkt me aan alsof ze wil zeggen dat het best wel OK is
wanneer ik er even bij kom zitten. Is het al zover gekomen dat ik op bezoek
ben in mijn eigen huis? Ik ga door mijn knieën en leg mijn zakdoek over het
onverstoorbare diertje . Wanneer ik het zachte bundeltje oppak en ermee
naar buiten loop voel ik het kloppende lijfje in mijn handpalm. Voorzichtig zet
ik het neer in het geveltuintje van de buren, waar het nog even schuchter om
zich heen kijkt voordat het onder de struiken verdwijnt. Het dilemma is nu
aan de buurtkat, maar hem kennende zal die daar geen last van hebben.
Mijn vriendin heb ik dit allemaal niet verteld. Zij heeft heerlijk geslapen.