In de fuik.

 

Ik hoor de sirene van de ambulance op de Overtoom. Ik zit in mijn huiskamer en denk aan die keer dat ook ik met gillende sirenes werd afgevoerd, toen nog naar het Andreas ziekenhuis.

Het begon de dag ervoor, toen ik bij vriend Herman hout gespleten had voor de open haard. Het was een warme dag en we hadden hard gewerkt. Toen we klaar waren en in de schaduw van de notenboom een biertje dronken voelde ik een steekje in mijn hartstreek, of ergens daar in de buurt.

Ik had dit beter voor mezelf kunnen houden want Herman schrok er nog al van en zei dat ik de volgende dag naar de huisarts moest. “Op jouw leeftijd kan het een symptoom van iets ergs zijn”. Ik geloofde er niet zo in maar beloofde me de volgende dag bij de huisarts te melden.

“Meneer Geven, lang niet meer gezien, wat is er aan de hand?

“Nou dokter ik kreeg gisteren een steek in mijn borststreek en ik dacht dat er misschien iets mis was.

“Heeft u dit vaker?”

Ik val stil, misschien, ik weet het niet, misschien wel, misschien niet, misschien negeer ik het.

“Ja, dat gebeurt zo af en toe” besluit ik te zeggen.

“Na inspanning?”

Ik weet het nu echt niet meer, waarom word ik altijd zo nerveus van dit soort vragen?

“ Ja, soms”.

Ik voel dat ik langzaam een fuik inzwem waar ik niet meer uitkom.

“ Heeft u het nu ook?

Het zweet breekt me uit.

“Ja” zeg ik, ik voel op dat moment van alles.

De dokter geeft me een tablet onder de tong. Nitrobaat.

Ik zuig.

“Helpt het?”

Opgelucht zeg ik ja, blij dat er een einde aan de verwarring komt en ik weg kan.

De arts reageert anders dan ik verwacht. Hij pakt de telefoon en bestelt de ambulance. Vijf minuten later lig ik in de ziekenauto die met luide sirene de Overtoom afrijdt. Een nitrobaattablet die werkt blijkt een manier te zijn om de diagnose ‘vaatvernauwing “ te kunnen stellen.

Een week vol onderzoeken volgt. Diep van binnen weet ik dat er niets aan de hand is. Terugkrabbelen durf ik niet meer. Bloedonderzoeken, inspanningstesten, ECG’s en hartfoto’s volgen.

Uiteindelijk luidt de diagnose: Nerveuze klachten, maar dat wist ik al.

Weer thuis, jog ik alweer snel mijn vertrouwde rondje door het Vondelpark. Wanneer ik mijn huisarts wandelend met zijn hondje tegenkom, voel ik me betrapt en duik ik een zijpad in.

Albert