Mene Tekel

Vanochtend was dit het eerste woord dat zich aandiende.
Het vreemde van dit woord is dat ik telkens de betekenis vergeet, het komt vaak voorbij, en dan kan ik het niet negeren.
Ooit wil het een keer in een zin kunnen gebruiken, als vanzelfsprekend, als wat iemand gewoon in een gesprek zou kunnen zeggen.
Ik meende dat het iets met Schmelzer te maken een oud politicus die door Wim Kan een Gladde teckel genoemd werd. Dat was in de tijd dat politiek een vuil spel was dat door heren werd gespeeld.
Verder op zoek kwam ik terecht bij de titel van het boek van Nescio, hoe kon ik het vergeten. Maar ja, wat betekent het?
Uiteindelijk vind ik de oorsprong bij de Babyloniers (lang leve Wikipedia), het begin van alle verwarring. Hier had het verschillende betekenissen zoals:
“gewogen en te licht gevonden”
of ook
“Een teken aan de wand”.
Maar was het ook de aankondiging van onheil.

Het is een grauwe ochtend, Een stadsparkiet vecht zich tegen de wind in door mijn smalle straat, de poncho van de postbode waait over zijn hoofd. De maandag laat zich van zijn meest voorspelbare kant zien. Waar gaat de dag heen? Welk onheil komt er op me af, waarvoor ben ik te licht bevonden? Wie gaat me de maat nemen? Ik ga op de bank liggen en pak Nescio erbij, hij schrijft:

Heele zomernachten stonden we tegen 't hek van 't Oosterpark te leunen
en honderd uit te boomen.

Was het maar zover.

Albert